Onderwijs op de Fortgensschool

De basisschool is een belangrijk stuk in het leven van kinderen en ouders. In acht jaar vertrouwt u uw kind zo’n 8000 uren toe aan de zorg van de leerkrachten van de basisschool. Dat is een belangrijk deel van een mensenleven. Een basisschool kies je dan ook met zorg. Je maakt een keuze uit kwaliteit, manier van werken, in de sfeer en in wat de kinderen leren. 

Wanneer u kiest voor de Fortgensschool in Voorschoten, dan kiest u voor Protest Christelijk basisonderwijs. Wat dit betekent voor uw kind kunt u lezen op deze website en in onze schoolgids. U bent van harte welkom om met ons in dialoog te treden en betrokken te zijn bij ons onderwijs. 

Op de Fortgensschool bieden we thematisch onderwijs volgens de werkwijze van IPC

Hoe werkt dat in de praktijk?

We nemen als voorbeeld de unit ‘Chocolade’. Bij het vak kunstzinnige vorming ontwerpen de kinderen een verpakking. Bij geschiedenis wordt chocolade in een historisch perspectief gezet en leggen we de verbanden met het heden. Uit welk werelddeel komt chocolade eigenlijk? En hoe hebben we chocolade ontdekt? Bij het vak natuur staat voedsel als brandstof centraal. Is chocolade eigenlijk gezond? En bij aardrijkskunde worden kinderen uitgenodigd om te onderzoeken waar op aarde cacaobomen groeien. Een IPC-unit is een overkoepelend thema waarin alle zaak- en creatieve vakken aan bod komen. De vakken staan bij IPC niet op zichzelf, maar zijn met elkaar verbonden. Leerlingen leren verbanden zien tussen de vakken, nemen actiever deel aan het onderwijs en leren denken vanuit verschillende invalshoeken.

We willen "rijk" onderwijs bieden aan onze leerlingen en hebben daarom vakleerkrachten voor muziek, kleuterdans, drama en techniek. Tevens zoeken we de samenwerking met bijvoorbeeld Technolab, musea, natuureducatie en het kunstgebouw en kiezen activiteiten passend bij onze thema's.

Op de Fortgensschool werken we voor veel vakken vanuit leerlijnen. Dat betekent dat we met kinderen werken aan specifieke doelen. Als kinderen meer of andere leerstof nodig hebben om een doel te behalen kunnen we daarin voorzien. Voor kinderen die een doel snel behalen kunnen we extra of andere uitdagingen bieden. Zo bieden we iedere leerling de kans om tegen zijn frustratieniveau aan te kunnen lopen om zodoende te leren leren.

Leerlingen in een groep hebben verschillende onderwijsbehoeften. Ons onderwijs sluit hierop aan. Om dit goed mogelijk te maken werken wij in de vakken taal en rekenen met het directe instructiemodel en besteden we veel aandacht aan zelfstandig werken.

Globaal ziet het directe instructiemodel er als volgt uit:

• Een activerende inleiding, waarbij het doel van de les wordt benoemd.
• Een korte instructie, waarna leerlingen die de leerstof begrijpen aan het werk kunnen. Zij krijgen ook extra uitdagende opdrachten.
• De volledige instructie voor de andere kinderen. Zij gaan hierna aan het werk.
• Kinderen, die extra instructie nodig hebben, komen bij de leerkracht aan de instructietafel voor extra begeleiding.
• De leerkracht wisselt extra instructie aan de instructietafel af met looprondes door de klas. Hierbij begeleidt de leerkracht leerlingen, die een vraagblokje hebben liggen, met hun hulpvraag.
• De les wordt afgesloten met een korte evaluatie.